Curriculum Vitae
1915 Wilhelmina Elisabeth Maria van der Lande is born in Deventer, January 14.
1940 Married Mr P.J.M. Fruytier.
1941 Birth of her daughter Saskia in Amsterdam.
1943 Birth of her daughter Hadewych in Amsterdam.
1947 Birth of her daughter Bianca in Amsterdam.
1948 Fashion Editor at Vrij Nederland, until 1950.
1957 First tapestry patchwork "Damascus".
1958 Exhibits the tapestry "Damascus" at De Kunstkring in Rotterdam. She receives the first assignment for a gobelin from De Nederlandsche Bank in Rotterdam.
1959 Begins working with the weaving mill De Uil in Amsterdam where Fruytier's first Gobelins are made.
1960 Travels to Japan, Thailand and India.
1961 Separation from Mr P.J.M. Fruytier.
1961 First rope wall hanging.
1961 Exhibition of her patchworks tapestries and first rope wall hanging at the Galleria del Cavallino in Venice.
1963 Awarded the Thérese Schwartz Prize during the Lucas exhibition in the Stedelijk Museum in Amsterdam.
1964 Travels to Japan.
1964 Gobelins are made in her own atelier De Drietand in Ouderkerk on the Amstel.
1965 Art-Director at De Ploeg weaving mills in Bergeyk until 1 August 1967.
1965 Participation in the Biennale Internationale de la Tapisserie in Lausanne.
1966 Monumental rope tapestry for the Crematorium Ockenburgh in The Hague.
1967 Series of white monochrome cotton tapestries with relief.
1968 Participation in the Venice Biennale.
1969 Travels to Peru.
1969 The use of synthetic material polypropylene ensures more colors in the fabrics.
1969 Series of Slit-Tapestries.
1970 Travels to Japan and India..
1970 Collaboration with the workshop for Antique Textiles and Mr. Frederik Visser.
1971 Overview exhibition in the Stedelijk Museum in Schiedam.
1971 Moves into a studio in an industrial area in Ouderkerk on the Amstel.
1972 Contacts with the Tilburg Tapisserie and Damask weaving mill for the production of gobelins. Contact with the director
Bernardus Schoenmakers is of great importance.
1974 Participation in the first International Miniature Textile Exhibition in London.
1976 Use of metal frame in the rope tapestries.
1977 Moves into a studio in a former church in Amstelveen.
1977 8th Biennale in Lausanne and Lisbon, Fundacao Calouste Gulbenkian.
1978 Submission of two spatial objects to the Ille International Miniature Textile Exhibition in London.
1978 Collaboration with the Gobelin weaving mill Amsterdam for the implementation of coarse gobelins.
1979 Using acrylic and machine woven fabric for wall hangings.
1980 Last solo show in Wetering Galerie in Amesterdam.
1983 Closes her studio in Amstelveen.
1985 Moves to an apartment in Amsterdam.
1988 Makes another large tapestry at the request of KLM in Amstelveen.
1991 Frans Megens prepares doctoral thesis on Wil Fruytier's work.
2007 d. Amsterdam.
1915 Geboren in Deventer, 14 januari, als Wilhelmina Elisabeth Maria van der Lande.
1940 Gehuwd met Mr P.J.M. Fruytier.
1941 Geboorte dochter Saskia in Amsterdam.
1943 Geboorte dochter Hadewych in Amsterdam.
1947 Geboorte dochter Bianca in Amsterdam.
1948 Mode-redactrice bij Vrij Nederland, tot 1950.
1957 Eerste kleed in appliqué "Damascus".
1958 Exposeert het kleed "Damascus" bij De Kunstkring in Rotterdam. Daarna kreeg zij de eerste opdracht voor een gobelin van De
Nederlandsche Bank te Rotterdam.
1959 Contacten met weverij De Uil te Amsterdam, waar de door Fruytier ontworpen gobelins worden uitgevoerd.
1960 Reis naar Japan, Thailand en India.
1961 Scheiding van Mr P.J.M. Fruytier.
1961 Het eerste touwkleed.
1961 Tentoonstelling van appliquékleed, gobelins, en eerste touwkleed in Galleria del Cavallino te Venetië.
1963 Toekenning van de Thérese Schwartzprijs tijdens de Lucastentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
1964 Reis naar Japan.
1964 Gobelins worden in eigen atelier De Drietand te Ouderkerk aan de Amstel uitgevoerd.
1965 Per 1 januari Art-Director bij De Ploeg-weverijen te Bergeyk tot l augustus 1967.
1965 Deelname aan de le Biënnale Internationale de la Tapisserie te Lausanne.
1966 Monumentale touwkleed voor Crematorium Ockenburgh te 's-Gravenhage.
1967 Serie witte reliëfkleden in katoen.
1968 Deelname aan de Biënnale in Venetië.
1969 Reis naar Peru.
1969 Het synthetische materiaal Polypropeen zorgt voor meer gebruik van kleur in de weefsels.
1969 Serie spletenkleden.
1970 Reizen naar Japan en India.
1970 Contact met werkplaats voor Antieke Textiel en de heer Frederik Visser. Dit was van groot belang voor de verdere ontwikkeling.
1971 Overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum te Schiedam.
1971 Betrekt atelier op industrieterrein te Ouderkerk a/d Amstel
1972 Contact met de Tilburgse Tapisserie- en Damastweverij voor de uitvoering van gobelins. Ook dit contact met de directeur
Bernardus Schoenmakers is van groot belang.
1974 Deelname aan de Ie International Miniature Textile Exhibition te Londen.
1976 Gebruik van metalen kettingframes in de touwkleden.
1977 Betrekt atelier in voormalig kerkgebouw te Amstelveen.
1977 8e Biënnale te Lausanne en Lissabon, Fundacao Calouste Gulbenkian
1978 Inzending van twee ruimtelijke objecten naar de Ille International Miniature Textile Exhibition te Londen.
1978 Contact met de Gobelinweverij Amsterdam, voor de uitvoering van grove gobelins.
1979 Gebruik van perspex en machinaal geweven stof voor wandobjecten.
1980 Laatste eenmanstentoonstelling in Wetering Galerie te Amsterdam.
1983 Sluit atelier te Amstelveen.
1985 Verhuist naar appartement te Amsterdam.
1988 Maakt op verzoek van de KLM te Amstelveen, nog een groot wandkleed.
1991 Frans Megens maakt doctoraal scriptie over werk Wil Fruytier.
2007 d. Amsterdam
--
Source: Nederlands TextielMuseum Tilburg